Waar zijn de plekken en plaatsen gebleven.

11 maart 2019 - Bandung, Indonesië

Een duik in het verleden en de verwondering en deceptie . Maar geen teleurstelling eerder bewondering. Voor hetgeen er in de loop der tijd is veranderd.

Met de meeste stadse mensen gaat het goed. Je ziet eigenlijk geen armoedige situaties of wil ik dat niet zien?

Meet je de mensen af aan hun gedrag dan valt het toch op dat velen het zich kunnen veroorloven om te genieten van de welvaart. Het wagenpark is moderner dan bij ons in nederland. Auto’s zijn van recente bouwjaren. Modellen ouder dan 4 jaar rijden er niet. Vroeger was Bandoeng een stad waar veel gefietst werd of alleen maar gebruik werd gemaakt van de tweewieler. Nu zie je ook tweewielers maar die zijn gemotoriseerd. Scooters vooral en motorfietsen van 125 cc en meer die je voorbij brommen met een mooi sonoor geluid. 

Ons hotel staat in de stadswijk Tjihapit. Ik heb Kitty verteld dat dit gebied in 1942 - 1945 een groot krijgsgevangenkamp was. Bestemd voor vrouwen en kinderen. We hebben langs de vroegere afgrenzingen van het kamp gelopen. Zo kwamen we ook langs de route die ik liep om naar school te gaan. We zijn nog niet naar het huis gegaan waar we gewoond hebben Jalan Cilaki (?) Nummer ben ik vergeten. Het huis is in 2015 totaal verbouwd. Onze kinderen hebben het nog in de originele staat gezien. Gelukkig.

Dago theehuis en zwembad

Gisteren hebben we een plek (Dago) opgezocht waar ik vroeger altijd met mijn vrienden ging  zwemmen. Het was een zwembad dat bij een sanatorium hoorde. Iets verderop lag het in alle brochures geroemde Dago Theehuis. Het ligt veel hoger dan de stad. Het was een verademing om hier te staan en te genieten van het uitzicht over de stad Bandoeng met op de achtergrond de bergen Papandajan en Malabar. Maar door de smog boven de stad ......jammer dan. Het Dago Theehuis is echt niet meer wat het is geweest. Vervallen en onverzorgd. Je kon wel thee drinken en koekjes eten als je het zelf hebt meegebracht. Er was wel een betonnen “amfietheater” gebouwd. Dit werd op deze morgen gebruikt door een groep jongelui die een japans promotie project aan het uitvoeren was. Blijkbaar zijn dit jongelui die japans of koreaans gerelateerd zijn. De japanse cultuur werd gepresenteerd in een soort "Who can not sing" opvoering. Met de volumeknop +140 decibel. En dat is ver boven de pijngrens. Ze hebben het wel grondig aangepakt. Iedereen die het terrein betrad moest eerst een kaartje kopen, je krijgt een polsbandje om en een fles drinken. Bij binnenkomst kwam een scholier me zeggen dat ik gebodychecked moest worden. Ik was verbaasd en vroeg:. “Apa enkau dari bagian security? Kalau begitu mana tanda itu?” ( Ben jij van de afdeling veiligheid? Als dat zo is , waarzijn dan de tekens ervan?) Och erm, die jongen wist niets te antwoorden. Kitty werd wel gecontroleerd door een meisje. Dit vertelde ze me later pas. Het lawaaicentrum hebben we snel verlaten en zijn langzaam weggelopen al rondkijkend op zoek naar het Dago zwembad. Hier zwommen wij iedere zondag met schoolvrienden. We fietsten ongeveer 8 km bergop er naar toe. Kitty en ik hebben het zwembad niet gevonden. Natuurlijk was het gedempt en staat er nu een groot huis op. De straat er naar toe herkende ik wel. Er stonden een paar prachtige bomen langs het paadje er naar toe en die staan er nog in volle glorie.

Verder naar omlaag lopend werden we aangeschoten door een ankot met het cijfer 9 erop geschilderd.( an = antara betekent tussen; kot = kota betekent stad). Dit is een klein stadsbus voor lokaal vervoer langs vaste routes.

Ikke: “ Kemana pak?” (Waar gaat u heen?) Weet ik veel wat het cijfer 9  (Lijn 9) voorstelt. Dus tanja (vragen) maar.

Supir (chauffeur):”Ke Stasioen Hal” (Naar station Hal) Nu weet ik waar dit is. Hemelsbreed een kilometer of 6 en  steeds dalend.

Ikke: “Onkos berapa, pak?” Wat kost de rit?

Supir: Lima riboe . (5 duizend) Empat riboe boleh joega. Voor 4 duizend mag het ook. Wat een land: Voor 31 eurocenten rijden we een afstand van Best naar station Eindhoven. Met zijn tweetjes!

Voor de ingewijden die al in Bandoeng zijn geweest: We reden de lange dalende Dagoweg af langs het Borromeusziekenhuis.  Hier hebben ook heel veel vrienden van mij gewoond. In grote huizen Sommige hebben een tennisbaan in de achtertuin en hebben ook nog een grasveld en bloementuin. Ada kebon (Ze hebben een tuinman....)

We waren de enigen in het busje. Deze reed uiterst links bijna stapvoets en de supir (welk leenwoord uit het nederlands? ) speurt intussen met haviksogen het troittoir  af naar nieuwe penoempang ( reisgegadigden ). En die waren er. Ze stapten in en  begonnen  meteen op hun telefoon te rammelen .... Een honderdtal meters verder werd een pa en ma plus baji (baby) ook ingepropt. Toen er nog twee mollige tantes mee wilden dacht ik: Nu wordt het toch wel vol. Er is plaats voor 7 mensen en er stappen 12 mensen in. Men vraagt wel netjes: Permissie pak, saja mau masuk. (Met uw welvinden meneer, mag ik instappen.) Vriendelijk gevraagd toch? Hoe kun je dan weigeren!

Ik antwoord even vriendelijk: “ Silahkan! Tetapi saja mau keluar supaja anda bisa doedoek!” (Als het u belieft! Maar ik stap uit . U kunt dan gaan zitten. ) Het uit - en instappen gebeurt al bukkend. Berdiri tidak bisa. Je kunt niet staan in het busje. Ter hoogte van het ziekenhuis zijn we uitgestapt. En hebben een paar foto’s gemaakt van het Borromeus ziekenhuis waar mijn moeder heeft gewerkt. Het  ziekenhuis ziet er heel goed uit.

Met weemoed heb ik gekeken naar het  vroegere Christelijk Lyceum dat er schuin tegenover lag het gebouw staat er nog. Maar is nu heel erg vervallen. Dit gebreurt nadat een van de kinderen van een voormalige president het heeft “opgekocht” om er een groot hotel te bouwen. De plannen zijn er nog . Intussen vervalt het hele complex en staat het achter een hek. Hierdoor kun je  de schoolgebouwen  van de straat af niet zien.

Koffiehuis

We lopen verder de lange Dagoweg af langs de grote huizen.

Kaatje wil graag weten hoe groot de huizen aan deze Dagoweg zijn.  Een van de huizen is een koffiehuis taartzaak en eethuis geworden In het hoofdhuis waren alle tafels bezet. Een meisje wees ons een de toegang tot het “achterplatje”. Dit is een aan het huis vastgebouwd overkapt terras . En daarachter ligt de tuin.. En die is groot! Er stond een compleet eet en drink terras om een klein zwembad  Bovendien is er ook nog plaats voor ca 5 auto’s en 100 scooters. Wat een oppervlakte. We hebben daar lekker advocaat  jus en icecoffee gedronken. En natuurlijk de orchideeen ingechipped.

Slechte herinnering voorval

Toen we daar zaten dacht ik aan een adres waar tante Coos heeft gewoond voordat ze naar Nederland ging (jaar?  1946- 1947?). Dit weet ik niet meer. Dat huis stond in dezelfde buurt waar we liepen.

Ondanks de flyover die over de Dagoweg is gebouwd  wist ik de straat nog te vinden. En het huis ook.

Een minder prettige herinnering kwam boven. In een van de huizen woonde een violist. Mijn moeder en ik zijn op een dag vanuit Tjimahi - een afstand van ca 10 km - naar Bandoeng meegelift met een militaire truck. Taxis waren er in die tijd niet en het openbaar vervoer stond nog in de kinderschoenen. Dus hebben we “gontjeng” - gelift  met de militaire truck. De hollandse militair heeft ons netjes weer opgehaald. Maar voordat hij terug reed naar Tjimahi moest hij nog iemand ophalen. De violist. Bij hem thuis. Hij had een optreden ‘s avonds in het militair ziekenhuis waar mijn moeder toen werkte.

Toen die meneer bij de truck stond zag hij mijn moeder op de bijrijdersstoel zitten. Ik zat naast haar. De violist moest dus achterin de bak zitten. Dat weigerde hij. Wij moesten naar achteren en hij voorin. Anders gaf hij geen vioolrecital. En mijn moeder zei: "Ach kalah maar Ron". Laat het maar over je heen gaan, Ron. En even later mompelde ze: Ze zullen toch altijd vervloekt worden omdat ze Jezus hebben gekruisigd. Ik begreep toen niet wat zij bedoelde. Mijn moeder heeft op deze manier gescholden.

Ook liepen we langs mijn dansschool. Wals, polka en valeta! Kun je nagaan. Na twee lessen heb ik er genoeg van. Ik stalde mijn fiets wel tegen de muur. Zichtbaar vanaf de straat. Moch er iemand langsrijden .... Ik zelf zat bij een vriend te buurten. Die woonde een paar huizen verder.

Verschil in huizen. Bandoeng eetstad.

De kleine venijnige verschillen tussen blank en niet blank bestond wel degelijk. Dat zie je ook aan de stijl van huizen. Hoe meer je naar het zuiden van de stad  afzakt worden de huizen kleiner. Naar nederlandse begrippen dan. Maar de huizen in de wijk Tjihapit - centraal Bandoeng - zijn toch nog groot te noemen.

Vele huizen zijn nu restaurants geworden.  Bandoeng is een eetstad. Ieder weekend  zijn de tot restaurant omgetoverde huizen vol met eetbezoekers uit een wijde omgeving. Zelfs uit Jakarta. Dat zie ik aan de kentekenplaten van de geparkeerde auto's. De mensen komen bovendien om in de diverse outlets hun slag te slaan. een winkelcentrum heet zelfs "Parijs van Java". Hoe komt men erbij? 

Gisterenavond hebben we in een Soendanees restaurant gegeten Sindang Reret. Dit was vroeger ook een groot woonhuis. Er kunnen misschien wel honderd eters aanschuiven in de voormalige opengebroken woonkamer. Zelfs hele reisgroepen eten hier locaal Soendanees eten. Kit heeft haar favoriete goerame goreng (gebakken goerame,plat vis met weinig graten) gekozen. Zij at  de vis met  haar handen. Kaatje heeft genoten.

Ik at een bord vol tahoe en tempeh  Deze gerechten zijn van  gefermenteerde katjang (bonen) gemaakt. Tahoe maakt men van sojabonen  Dus vegetarisch en gezond!

Foto’s

4 Reacties

  1. Jeanne:
    11 maart 2019
    In dit verhaal van je Ron kan ik meewandelen. Het schetst een beeld wat ik op een reis zou willen ontmoetem. Niet de hylights waar de toeristen naar toegaan, maar zoals de geschiedenis door een land is gegaan. Wel vaak veranderingen ten goede of niet. Wat is dat kolonialisme toch een vreemd iets geweest. Zo over schrijven kan alleen naruurlijk omdat jij jouw jeugdstreek zo goed kent.
    Mooi om mee te “wandelen”. Een hartverwarmende tocht verder toegewenst jullie tweetjes. 🌷🌷🌷
  2. Ron en Kitty Apon:
    11 maart 2019
    Dank voor deze reactie. Het is inderdaad een stortvloed van herinneringen die bij me bovenkomen als ik langs de plekken kom of van de verte zie. Ik betrap me erop, dat ik ook af en toe in het indonesisch denk. Ik hoef in gedachten mijn nederlandse gedachten niet meer te vertalen kn de bahasa indonesia .En ook op zijn indisch naar Kitty reageer. Bijvoorbeeld spreek ik meer indisch dan thuis in NL. tegen haar. En zij begrijpt het ook nog.
  3. Bob:
    11 maart 2019
    Mooi verhaal pap, kan het me ook nog wel herinneren.
  4. Wanda:
    11 maart 2019
    In 2009 hebben we dit ziekenhuis met z'n allen bezocht. Sem en Kay herrineren zich het minder goed.
    Wat ze nog wel weten is dat ze de kerk bezocht hebben en een maquette van het ziekenhuis hebben bekeken.
    Voor Wanda was het bijzonder dat haar Om,a daar gewerkt heeft de band tussen verpleegkundigen.